Soms zijn er van die kleine krantenberichtjes die me echt van mijn stoel doen vallen van verbazing. De Provinciale Zeeuwse Courant (PZC) had er gisteren weer een in deze categorie: ‘Evacuatie deel Noord-Beveland overwogen na dreiging dijkdoorbraak’. Dit naar aanleiding van de berichtgeving over de zorgwekkende staat waarin de Oosterscheldekering zich bevindt.
Natuurlijk is het op de Zeeuwse schaal een regelrechte ‘Godwin’ om de Watersnoodramp 1953 er bij te halen (dit jaar 60 jaar geleden). Maar tegelijk is een nieuwsbericht als het mogelijk evacueren van één van de Zeeuwse Eilanden wegens de slechte staat van de dijken, iets waarvan menig Zeeuw zich vermoedelijk niet kon voorstellen dit nog in de PZC te zullen lezen.
Natuurlijk, als de dreiging van een dijkdoorbraak actueel is moet je alle opties overwegen en is evacuatie van een gebied een uitstekende optie om slachtoffers te voorkomen. Vermoedelijk gaat het ook om een klein gebied dat zou onderlopen omdat voor grote delen van Zeeland, en Noord-Beveland zeker, geldt dat het een gebied is waarin veel oude polders nog oude dijken hebben die het gebied doorkruisen. Anders dan in bijvoorbeeld Flevoland, loopt niet meteen de hele boel onder water en is de vermoedelijke impact mogelijk beheersbaar te noemen.
Dat neemt natuurlijk niet weg dat ik me, opnieuw: zestig jaar na wat in Zeeland kortweg ‘De Ramp’ wordt genoemd, niet kan voorstellen dat er een dergelijk risico met de Zeeuwse waterveiligheid wordt genomen in blinde bezuinigingsdrift op het ministerie van Rijkswaterstaat. Terecht loopt men in de Tweede Kamer te hoop bij dit soort berichten en ik ben benieuwd naar het -voor de minister- lastige debat met de minister van infrastructuur dat hierover onvermijdelijk zal komen.
0 reacties