Dit voorjaar schreef ik een blogje onder bijna dezelfde titel. Al ging het toen over mijn moeite met het stalprotest van dierenactivisten. De boodschap nu is dat de boeren boos zijn. Op bedrijfsniveau snap ik dat. Maar als sector vind ik het ook wel een tikkie naïeve krokodillentranen.
Boze Boeren
De afgelopen week zijn er heel wat tweets en verschillende blogjes die ik verwoed had zitten tikken gesneuveld. Voor ik op ‘posten’ klik doe ik meestal nog even een rondje ‘denk er eens een tweede keer over na’. En vaak haalde die mening het dan tóch niet.
Waarom? Omdat het bozige meningen waren zoals ik die ook van ‘de boeren‘ voorbij zag komen. Veel in de categorie ‘slecht gefundeerd gejammer’. En dat maakt me zo boos. Want ‘de boeren’ voelen zich niet respectvol behandeld en willen erkenning voor hun werk.
Als politicus snap ik dat: het is niet prettig om ‘de schuld van alles’ te zijn als je iedere dag je stinkende best doet
Als politicus snap ik dat: het is niet prettig om ‘de schuld van alles’ te zijn als je iedere dag je stinkende best doet om dit land een beetje mooier en beter achter te laten dan dat je het aantrof. Of -zoals in het geval van mijn partijleider- je doodskist alvast naar Den Haag gereden wordt. Erkenning en respect zijn belangrijk.
Eerlijk verhaal
Maar erkenning en respect moet je verdienen. Die kun je niet afdwingen met 300 pk aan John Deere of Case. Ook niet als het er honderden zijn.
Erkenning en respect ontstaan als je doet wat je zegt en zegt wat je doet. Waarom je het doet en op basis van welke feiten. Ook als die boodschap hard en niet populair is.
Wat er in dit land na de Tweede Wereldoorlog op het gebied van landbouw is gepresteerd mag een wereldwonder genoemd worden. Als klein landje de tweede agrarisch exporteur van de wereld worden na de Verenigde Staten van Amerika is absurd knap! Maar wel absurd.
Volhoudbaarheid
Het wat sleetse begrip ‘duurzaamheid’ vervang ikzelf altijd graag naar ‘volhoudbaarheid’. Want dat is waar het om gaat. Is het allemaal op een fatsoenlijke manier vol te houden? En als je dan naar de landbouw kijkt is het simpele; maar pijnlijke antwoord ‘nee’.
Boeren werken zich te barsten op hun bedrijven. De prijzen die ze voor hun product beuren dekken vaak nauwelijks de kosten en het speelveld verandert sneller dan je de investeringen kunt terugverdienen. En de intensivering en schaalvergroting hebben niet geleid tot een structureel betere economische positie voor boeren. Allemaal waar.
Daarbij komen dan ook nog eens andere enorm nadelige effecten. De uitstoot van ammoniak zorgt bijvoorbeeld voor vermesting van de omgeving. Planten en dieren hebben daar last van. De mezenstand daalt bijvoorbeeld dramatisch door die oorzaak, terwijl de mezen enorm nuttig zijn. Bijvoorbeeld als de bestrijder van de eikenprocessierups.
De intensiteit van de veehouderij en de monoculturele schaalvergroting van de akkerbouw zijn ecologisch niet volhoudbaar.
De intensiteit van de veehouderij en de monoculturele schaalvergroting van de akkerbouw zijn ecologisch niet volhoudbaar. En dan heb ik het nog niet eens over de gevolgen van landbouwgif (laten we het beestje bij de naam noemen en het verhullende ‘gewasbeschermingsmiddel’ voortaan overslaan).
Boer-van-opleiding
Ik bracht mijn puberteit door op een boerderij in Zeeland en verhuisde naar Dronten om landbouw te gaan studeren. Uit eigen ervaring weet ik wat het inhoudt om ‘s nachts om 5 uur je wekker te hebben staan om tijdig in de melkstal te zijn. Ook al was je, rond half twee ‘s nachts, nog in de stal om de geboorte van een kalfje te begeleiden.
Of hoe het is om, met de hand, op een totaal verrot gereden en verzopen akker kolen te moeten snijden. Appels te plukken als de regen via je mouwen naar binnen loopt.
Maar ook, te leven met de seizoenen. Genieten van de stille ochtendmist in de herfst of het ontluikende voorjaar. Boer zijn is geen werk, maar een manier van leven. Ik ken het, ik hou er van. Maar ik ben erg geen.
Want deze boer-van-opleiding was al op zijn 13e milieuactivist bij Greenpeace. Daar ben ik ná mijn opleiding gaan werken. Bepaald niet vies van een beetje protesteren dus. En toch voel ik groot ongemak.
Kies de goede tegenstander
Want áls je dan gaat protesteren, denk dan goed na over het doel, tegen wie en met welke boodschap en middelen. En dat is precies waarom ik zoveel moeite heb met de acties de afgelopen weken.
Want het doel is waardering en respect organiseren. Dat moet komen van de politiek en samenleving. De politiek is de schuld en feiten zijn maar een onwelgevallige mening die ter discussie gesteld kan worden. Om de boodschap nog wat kracht bij te zetten wordt het halve land ontregeld met tractoren. Of, als de gewenste boodschap niet snel genoeg afgegeven wordt, met een touw met strop onderstreept.
Dat is jammer en contraproductief. Want de analyse klopt niet, of toch maar voor een klein deel. Nog los van het feit dat vernieling, bedreiging en intimidatie in een democratie in alle gevallen onacceptabel zijn.
Je hoeft niet aan de WUR gestudeerd te hebben om te zien dat het Nederlands landbouwsysteem niet kan.
Boerenverstand
Je hoeft niet aan de WUR gestudeerd te hebben om te zien dat het Nederlands landbouwsysteem niet kan. Te intensief op alle fronten. Te veel dieren, te veel schaalvergroting, te weinig ecologie en veel te veel uitstoot van ammoniak, fijnstof en en ziekte verwekkers als Q-koorts. Maar ook de bodemvruchtbaarheid van de eigen akkers dendert achteruit omdat er te veel van wordt gevraagd, opbrengsten gemaximaliseerd moeten worden. Met een beetje gezond boeren verstand valt dat makkelijk te zien en te onderkennen. Je ziet, je voelt en weet dat het niet kan zo. Voor de sector als geheel.
Maar als het om jouw erf gaat, dan liggen de zaken er anders voor. Jij bent als boer, met je gezin aan het ondernemen. Soms aan het overleven. Want de afgelopen jaren moest het allemaal anders, groter en intensiever. Van de voorlichters, Rabobank, de veevoerleverancier, LTO, de zelfverklaarde boerenpartijen als CDA en VVD. En natuurlijk; deels ook vanwege de veranderde regelgeving vanuit de overheid om het leefmilieu, dierwelzijn en de gezondheid te beschermen en verbeteren.
Ook daarin zijn de laatste jaren gewéldige resultaten behaald door de landbouwsector. De uitstoot van bijvoorbeeld ammoniak is enorm gedaald. Net als het gebruik van landbouwgif. Als gevolg van preciesielandbouw wordt er extreem efficiënt gewerkt. En ook met het dierwelzijn worden enorme stappen de goede kant op gemaakt. Maar het spijt me; het is niet genoeg. De meeste uitstoot komt (nog altijd) nu eenmaal van de landbouw. Dat schept een verantwoordelijkheid.
Boeren voeden de wereld
‘Boeren voeden de wereld’ was één van de slogans die ik de laatste dagen voorbij zag komen. Een ‘waarheid als een koe’ natuurlijk. Maar dat wil niet zeggen dat de Nederlandse boeren de wereld moeten voeden. Veel van wat in Nederland wordt produceert gaat naar het buitenland en zelfs als we de sector zouden halveren zou dat, voor het voeden van Nederland alleen, misschien in theorie nog kunnen. Maar ook dat is natuurlijk niet wenselijk. Want door het sluiten van de kringlopen in de landbouw zal er wellicht eerder een schaalverkleining gaan voordoen. Dan zijn er weer meer boeren nodig. Al weet ik natuurlijk ook dat je een tuinder geen boer moet noemen en een akkerbouwer geen veehouder is.
De kennis van de landbouw moet het grootste exportproduct worden voor de Nederlandse Agrarische sector. En daarvoor hebben we slimme en innovatieve boeren nodig. Boeren die de kennis hier kunnen toepassen, testen en verbeteren. Dan kunnen de boeren elders in de wereld, met onze kennis hun eigen monden voeden. En dat gaat niet van vandaag op morgen, maar dat geldt ook voor veranderingen in de Nederlandse landbouw niet.
Onaantastbaar
Het meest gehoorde doel van de boeren was dus om respect en waardering af te dwingen de afgelopen weken. Of dat nodig was vraag ik me echt heel erg af. Nederlandsers zijn positief over boeren. Het ‘boer-zoekt-vrouw-effect’ is enorm ten voordele van de landbouw. Daar komt bij dat als de gemiddelde stedeling op de fiets ‘even de natuur in rijdt’ daarmee doorgaans de landerijen rond de steden wordt bedoeld.
Dat positieve beeld in combinatie met een bijzonder sterke Haagse en Brusselse lobby vanuit onder andere LTO, maakt de agrarische sector bijna onaantastbaar. Als lobbyist voor de milieubeweging weet ik dat uit eigen ervaringen. Maar de samenleving, de technische ontwikkeling en ons begrip voor de processen in de natuur staan niet stil. De wereld is in verandering. Overal; ook in de agrarische sector. Dat is lastig en soms maar net, of niet bij te benen als agrarisch ondernemer. Maar ook dat zie je in andere sectoren ook gebeuren.
Een gezonde stad, kan niet zonder een vitaal platteland.
Zonder boeren geen gezonde steden
Met één van de slogans die ik langs zag komen was ik het dan wel weer erg eens: ‘Zonder boeren geen steden’. Het lijkt erg op het motto waarmee ik mijzelf voor de Tweede Kamerverkiezingen in 2017 kandideerde: Een gezonde stad, kan niet zonder een vitaal platteland.
Het platteland dat zorgt voor voedsel uit de landbouw, zorgt voor ontspanning in de natuur, voor landschappen om te recreëren en te sporten. Dat platteland verdient meer aandacht en waarderingen. Ik heb de overtuiging dat niet alleen de natuurbeheerders onze bondgenoten zijn; maar de boeren net zo goed. Boeren willen uiteindelijk ook een goed en gezond product telen waarvoor ze een redelijke prijs krijgen. Daarbij is ons landschap hun productiegrond en daarmee onze gezamenlijke verantwoordelijkheid én gedeeld belang!
Laten we bondgenoten zijn
Kortom, laten we bondgenoten zijn in de strijd tegen de echte probleemmakers voor de landbouwsector: de te grote marktpartijen die zorgen voor afhankelijkheid, de tussenhandel waar de prijzen voor de boeren gedrukt worden terwijl die naar de consument over de kop gaat. De voorlichters die maar blijven pushen op vergroten en intensiveren. De Rabobank die aan verdere financiering schaalvergroting als voorwaarde stelt, maar nu vooral haar verlies moet nemen. Maar ook de blinde opjutterij van boerenpartijen als CDA en VVD die niet doorhebben dat de wereld om hun heen is veranderd.
Vertel jullie eerlijke verhaal, over wat er goed gaat in de landbouw. Welke geweldige resultaten behaald worden. Hoe het platteland bij kan dragen aan oplossingen voor grote problemen. Want als de sector het organisch stofgehalte met 1% weet te verhogen vangen jullie de CO2 van de hele Nederlandse industrie af en verbetert ook nog eens je eigen bodemvruchtbaarheid.
Maar vertel ook het eerlijke verhaal waar het niet goed gaat. Met ecologie, stikstof, dierwelzijn of middelengebruik. Dat het de goede richting op gaat wil niet zeggen dat we er al zijn. Maar ben er eerlijk en open over. Kritiek is geen persoonlijke aanval. Laten we samen zoeken naar de oplossingen en de weg daar naar toe.
En dat betekent dat de politiek moet zorgen voor een warme sanering. Helderheid in wet- en regelgeving. Haalbare overgangstermijnen bij wijzigingen en bovenal voor rust en duidelijkheid. Als dat de eis is van de boeren, dan doe ik graag mee!
Prachtig verwoord
Kijk, dat snijdt hout! Niet polariseren maar de feiten benoemen en de processen verklaren.
En ja, landbouw- en kikkerlandje NL – monsiaal gezien slechts een postzegel – is wereldkampioen in effectief produceren. Een prestatie van groot formaat!
En daarmee zijn we ook Europees kampioen stikstofproductie. Volstrekt logisch toch!
En die innovatieve kennis en vaardigheden in de landbouwsector zijn het gróótste agrarische exportproduct en niet al die eieren, tomaten, (aard)appels en bloemen. Verbouw en teel die waar wél ruimte is en veel dichter bij de afzetmarkten (zie de eindeloze Holland-vers-transporten op de A1).
Nederland is inderdaad vol, overvol zelfs, ja, met intensieve landbouwbedrijven. Willen we een leefbaar en gezond klimaat en landschap creëren dan móeten we die know-how exporteren. En daarmee kom er ruimte voor woningbouw én natuur! En productiebossen voor die woningbouw, CO2-neutraal!
Dank Anton en Jos!