Vorige week zijn ‘dierenactivisten’ een varkensstal in Boxtel binnengedrongen en hebben deze, zittende tussen de varkens, enige tijd bezet gehouden. Ondanks een actieverleden waarbij ik, meer dan eens, zelf iets heb bezet na binnendringen; heb ik moeite (grote) met deze actie.
Grondrecht
Het recht op demonstratie is een groot goed. Niet zonder reden is dat ook opgenomen in artikel 9 van de grondwet (behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet). Daarbij mag je wat mij betreft ook best wel ver gaan. Ikzelf heb meegedaan, was betrokken of verantwoordelijk voor bezettingen, betogingen of afsluitingen van schepen, fabrieken of sporen als medewerker en actievoerder voor Greenpeace.
Voorwaarden
Maar daaraan waren wel altijd een aantal voorwaarden verbonden. Je bracht anderen (dan jezelf -zoals bij de walvisjacht) niet in gevaar. Vernieling (dat is wat anders dan bekladding) en geweld zijn uitgesloten. En je voert actie met open vizier. Je maakt jezelf bekend en draagt verantwoordelijkheid voor je daden. Dus aanvaard strafvervolging of schadeloosstelling.
Het debat over de veehouderij vraagt om nuance. Ons ideaalbeeld is vaak weerbarstig.
Stalactie Boxtel
De actie van deze dierenactivisten van afgelopen week voldoet naar mijn opvatting op een aantal punten niet aan de eerder genoemde voorwaarden. Op de eerste plaats gevaar. Door het ongecontroleerd binnendringen van een stal met levende have, in dit geval varkens, breng je die dieren in gevaar.
Gevaar voor bijvoorbeeld besmetting met ziekten of door het mogelijk toebrengen van (ernstige) stress. De gevolgen voor deze dieren kunnen verstrekkend zijn. Tot preventieve ruiming (in normaal Nederlands: doodmaken en vernietigen) van de dieren uit overwegingen van de veterinaire gezondheid aan toe. Volgens mij ben je dan volstrekt verkeerd bezig als dierenactivist die opkomt voor het belang van diezelfde dieren. Gelukkig lijkt de NVWA overigens niet zo ver te willen gaan. Maar het is een risico dat je niet moet willen nemen.
Meer subtiel heb ik moeite met het binnendringen van een stal op een boerderij. Stallen en erven van een boerderij vallen in veel gevallen (in dit specifieke geval woonde de boer er niet overigens) onder het ‘woonerf’ van een boer. Het hoort bij het huis. Dat is anders dan een fabriek op een industrieterrein, een akker of een goederenspoor. Ik kan me voorstellen dat een inval bij een stal voelt als inbraak op de persoonlijke levenssfeer. Daarmee ga je in mijn optiek te ver.
Punt maken
Dat je een punt beter kan maken door ter plekke bij ‘de misstand’ aanwezig te zijn en deze daarmee zichtbaar te maken voor het grote publiek; is bewezen effectief. Greenpeace en andere organisaties zijn er groot mee geworden.
Dat er veel valt af te dingen op de veehouderij zal ik zeker niet ontkennen. Sterker nog, via de politieke weg ben ik van mening dat we aantallen dieren in de veehouderij drastisch moeten verminderen. En ook het dierwelzijn moet drastisch worden verbeterd.
Demonstreren op of nabij het erf van een boerderij, een slachthuis of boerenbelangenvereniging lijkt me prima en nuttig. Dat je een spandoek op een stal hangt lijkt me ook nog behoorlijk acceptabel.
Maar door, met grote aantallen mensen, naar binnen te gaan en tussen de dieren de stal bezet te houden; is er door deze dierenactivisten een grens overschreden die ik onaanvaardbaar vind. En dat is jammer. Want op hoofdlijnen ben ik het best eens met hetgeen er naar voren gebracht werd.
Vermeende misstanden
Overigens; op basis van de beelden die ik op internet van de actie heb gezien, zag ik geen misstanden in die stal, zoals de dierenactivisten geconstateerd zouden hebben. Naar maatstaven in de gangbare bio-industrie leken de omstandigheden normaal en het vee in (voor zo ver je dat zo kan beoordelen) goede conditie.
Dat er iets valt af te dingen op de ‘maatstaven in de gangbare bio-industrie’ staat buiten kijf. Zeker als je die zogende zeugen ziet liggen die geen kant op kunnen.
Maar ook daar staat tegenover dat dit ook is gedaan om de biggetjes te beschermen omdat er nog wel eens biggen door hun moeder worden geplet.
Welzijn
Het debat over de veehouderij vraagt om nuance. Ons ideaalbeeld is vaak weerbarstig. We zien allemaal graag de koeien in de weides staan. Maar zet je ze in een weide naast de stal met de deuren open, is de kans levens groot dat ‘de dames’ lekker op stal gaan liggen. Dat is natuurlijk geen rechtvaardiging om ze altijd maar op stal te houden; maar het omgekeerde geldt ook.
Ik heb boeren bedrijven gezien die ‘natuurlijk’ werkten en waar de omstandigheden op z’n best twijfelachtig waren. Modder, mest en overal zooi. Ik heb gangbare bedrijven gezien met droge, schone, warme lichte stallen. Met ‘speelgoed’ om natuurlijk gedrag te stimuleren. Maar ook het omgekeerde. In zijn algemeenheid geldt dat de dierwelzijnsomstandigheden in de biologische landbouw worden omschreven als ‘beter’. Daar staat tegenover dat je heel goede ‘gangbare’ boeren hebt en heel slechte biologische. Wat naar mijn stellige overtuiging overal het geval is, is dat boeren het beste met hun eigen dieren voorhebben, ongeacht welke visie op de landbouw ze aanhangen.
0 reacties