Rellen; geen oorlog en geen leger

woensdag 27 januari 20210 Reacties

Afgelopen weekend werd ons land opgeschikt door grootschalige rellen in meerdere steden en dorpen. De politie had moeite om het excessieve geweld onder controle te krijgen. Burgemeester Jorritsma van Eindhoven sprak in een emotionele bui te vrezen dat we op weg zijn naar burgeroorlog. Er wordt zelfs hardop gepleit voor de inzet van het leger. Beide reacties zijn zeer onverstandig.

Reltuig aanpakken en oppakken

Laat er geen misverstand over bestaan dat al het tuig dat nu al geweldplegend, brandstichtend en plunderend loopt te rellen stevig aangepakt moet worden. Het is aan de politie, de Mobile Eenheid (ME) of eventueel de marechaussee om de openbare orde te handhaven. Daarbij hoop ik dat het extra doel, naast het herstel van de orde, ook het aanhouden van deze relschoppers is.

Zoveel mogelijk van hen moeten worden aangehouden zodat het Openbaar Ministerie (OM) tot vervolging kan overgaan. En dat OM staat in de startblokken laat Gerrit van der Burg, voorzitter van het College van procureurs-generaal, weten. “Reken maar dat ze hard worden aangepakt”.

En dat is hoe het moet gaan in een democratische rechtsstaat.

Het is geen oorlog

Hoe goed ik ook snap dat je als burgemeester van slag bent door de totale chaos en misdragingen in je stad: het is geen oorlog. Wat je hier ziet is een heel klein percentage rellend tuig dat voor een deel ook alleen maar op zoek is naar sensatie ter vervanging van hun dodelijke verveling.

De rest van de samenleving kijkt hier vrijwel unaniem met grote afschuw naar. Inwoners van getroffen steden laten juist het tegenovergestelde zien en komen spontaan helpen bij het herstel.

De rest van de samenleving kijkt hier vrijwel unaniem met grote afschuw naar

Het is daarom ook van het grootste belang dat openbaar bestuurders en politici geen oorlogstaal gaan gebruiken. Geen vergelijkingen maken met oorlog of capitulatie. Woorden doen er toe hebben we juist deze maand al eens geleerd.

Geen leger

Ook klinkt her en der de oproep om het leger in te zetten. Een bijzonder onverstandige gedachte. Excessief geweld moet je niet beantwoorden met een overtreffende trap van geweld. Je lokt daarmee immers meer geweld uit. De politie zet juist in op de-escalatie. Al kan dat op het toppunt van de rellen wel anders zijn natuurlijk. De orde moet immers herstelt.

Belangrijker nog: het leger is daar niet voor. Defensie heeft als primaire doel de landsbescherming en de bescherming van de burgerbevolking. Het leger dan juist inzetten tegen die burgerbevolking past niet binnen het mandaat van een democratie. Natuurlijk heeft de marechaussee als onderdeel van defensie specialistische en ondersteunende taken op het gebeid van openbare orde en veiligheid. Primair gaat het dan om grensbewaking en beveiliging van strategische objecten (zoals Schiphol, de Tweede Kamer en de Koninklijke paleizen). Maar ook ondersteuning van de politie hoort tot deze taken. Bijvoorbeeld door de pelotons ME van de marechaussee die voor de ondersteuning van de politie beschikbaar zijn en ook worden ingezet.

Maar als er op de sociale media en in de samenleving wordt geroepen om de inzet van ‘het leger’, worden daarmee mariniers en landmachteenheden bedoeld die met geweld de rellen neerslaan. Dat kan nooit de bedoeling zijn en die suggestie moet om die reden alleen al worden verworpen. Juist ook door politici. Later vandaag is er een debat in de Kamer over de rellen waarbij de PVV een dergelijk verzoekt zal doen. Gelukkig schrijft de minister van Justitie dat inzet van andere delen van de krijgsmacht ’thans’ niet aan de orde zijn.

Boeren protesten

Op sociale media wordt met verontwaardiging gereageerd dat tijdens de boeren protesten in Den Haag in 2019 en 2020 wel het leger werd ingezet. Maar nu er gewelddadig protest is de politie het maar moet zien op te lossen.

De boeren misbruikten hun landbouwmachines als middel voor protest

Die vergelijking gaat om vele redenen mank. Want de boeren misbruikten hun landbouwmachines als middel voor protest. Door hun omvang en geschiktheid om over moeilijk terrein (zoals landbouwgronden) te rijden waren de boeren in materieel opzicht de politie de baas. Landmacht materieel is door hun formaat wel instaat de trekkers tegen te houden. Meer dan dat was dan ook de inzet van defensie niet. De politie was verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde. Het is immers ook de taak van de politie en niet van het leger.

Hooligans

Gisteravond deed zich een nieuw fenomeen voor van hooligans (en boeren overigens) die zelf ‘hun stad kwamen beschermen’. Hoewel het goed is dat er een signaal vanuit de samenleving komt dat deze rellen onacceptabel zijn, is dit geen verstandige ontwikkeling. Want hoewel er op sommige plaatsen met de politie samen opgetrokken wordt is het geen taak voor hooligans om als zelfverkozen ordedienst te fungeren. Daarvoor is de politie; die aan strenge wet- en regelgeving is gebonden. Dat geldt niet voor dit soort burgermilities. Vooral ook als deze zich uitlaten zoals de Maastrichtse ‘supporters’ van MVV: “Voor degene die toch meent aan onze stad te moeten komen, we hopen dat de politie jullie vindt voordat wij dat doen. Een gewaarschuwd mens telt voor twee.” Dit gaat duidelijk verder dan alleen het aanspreken van mogelijke relschoppers.

Daarbij speelt ook de overweging dat het openbaar gezag behoort aan de overheid. Want door datzelfde gezag moet een volgende keer ook weer opgetreden kunnen worden tegen rellende hooligans bij voetbalrellen. Dat burgemeester Roemer van Alkmaar trots is op vijftig in het zwart geklede mensen voorzien van gezichtsbedekking die door de stad patrouilleerde is dan ook onverstandig. Ronduit ongeloofwaardig is dat dit niet zo leiden tot dreigende situaties. Want juist de ‘afschrikwekkende werking’ zou hebben geholpen bij het voorkomen van rellen. Het gezag op de straat is aan de staat. Door hierin mee te gaan wek je de suggestie dat de staat het niet alleen af zou kunnen. Dat is niet het geval en daarmee een zorgwekkend verkeerd signaal.

Het openbaar gezag behoort aan de overheid

Samenstelling relschoppers

Interessant is ook om stil te staan bij wie deze relschoppers eigenlijk zijn en waarom er rellen ontstaan. Deels gaat het om mensen die boos zijn over de Corona-maatregelen die de burgerlijke vrijheden op dit moment ernstig inperken. Vooral de avondklok, het beperken van de sociale contacten en de sluiting van de scholen hakt er bij veel mensen erg in. Dat hiertegen geprotesteerd wordt is een belangrijk grondrecht waarvoor ook ruimte geboden moet kunnen worden. Juist ook in een tijd dat veel van onze grondrechten, om redenen van de algehele volksgezondheid, worden beperkt.

Interessant is de analyse van Jelle van Buuren, onderzoeker aan de Universiteit Leiden, over de oorzaak van de woede en de samenstelling van de relschoppers. In NRC van 25 januari 2021 zegt hij daarover: „Ik zag hardekernvoetbalsupporters, gewend om te knokken en vooral pisnijdig dat ze niet wekelijks naar het stadion kunnen. Ik zag een aantal radicaal-rechtse groepen zoals Pegida en Double Dutch Frontline. […] Ik zag mensen van actiegroepen als QAnon, Nederland in Opstand, Nederland in Verzet. Er waren spirituele groepen, hippieachtig, die ‘willen knuffelen’ tegen corona en kritisch zijn over vaccineren en de geneesmiddelenindustrie. Ik zag mensen van Viruswaanzin en van de daaraan gelieerde horeca- en evenementenbranche. Ongetwijfeld waren er ook gewoon boze burgers aanwezig, en jongeren voor wie de avondklok in deze uitzichtloze tijden mogelijk de druppel was.”

Volgens Van Buuren is hetgeen deze mensen bindt hun wantrouwen tegen de overheid.  Mensen zijn teleurgesteld geraakt of onheus behandeld door de overheid. Dat vertrouwen herstellen en laten zien dat de overheid er voor hen is zal een van de grote uitdagingen voor de komende decennia zijn.

Wantrouwen in de overheid is op Urk al lange tijd gemeengoed en stamt nog uit de tijd van de inpoldering

Urk

De rellen begonnen op het voormalige Zuiderzee eiland Urk. En daarmee is Urk een geval apart. Want wantrouwen in de overheid is daar al lange tijd gemeengoed en stamt voor een deel nog uit de tijd van de inpoldering van de Noordoostpolder legt historica Eva Vriend uit bij de NOS. Rellen op Urk zijn, zeg ik wel eens met enige ironie, als het wisselen van de seizoenen. Je weet dat het van uit tot tijd gebeurt. Dat maakt het nog altijd niet acceptabel natuurlijk. Als je geweld pleegt, vuurwerk naar de politie ingooit of de ramen van het gemeentehuis in kegelt ben je gewoon even groot tuig. Maar het past in een andere context dan de rellen van afgelopen dagen in andere plaatsen.

Hoofd koel en warm hart

Al met al zijn de rellen volstrekt onacceptabel en moet het geweld stoppen. Maar tegelijk moeten we ons ook niet het hoofd op hol laten brengen door grote woorden te gebruiken en de inzet van het leger te eisen. Die reflex is contraproductief en zal de vertrouwenscrisis die ten grondslag ligt aan de woede niet kleiner maken.

De overheid zal moeten laten zien dat ze er voor mensen is. Dat niet de systemen en begrotingen centraal staan maar de noden en behoeften van de bevolking. Die uitdaging is urgent en groot. 

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Paul Vermast is ‘gediplomeerd boer‘ en bestuurskundige in opleiding. Hij heeft 30 jaar ervaring in de milieubeweging en politiek. 

Werkt in het openbaar bestuur. Met bijzondere belangstelling voor (lokale) democratie, rechtsorde, integriteit, ondermijning, openbare orde en natuurlijk landbouw.