Dunne goed nieuws-show ABN helpt landbouw niet

woensdag 2 augustus 20170 Reacties

Ronkende koppen gistermorgen in de media: ‘Nederlandse boeren hebben laagste milieu-impact ter wereld‘ (NOS), ‘ABN: Nederlandse boeren zijn schoonste van de wereld‘ (RTL Nieuws) en ronduit absurde ‘Nederlandse boer is ecologisch wereldkampioen‘ (Nieuwe Oogst). Veel zelf genoegzaamheid in de agrarische sector en een groot gevoel van ‘Hollands Glorie‘ in de media. Met het recente eierschandaal kan de agrarische sector ook wel wat goed nieuws gebruiken, maar de goed nieuws-show van ABN AMRO helpt de landbouw niet.

De inzet op een verbetering van de milieu-efficiëntie heeft in de afgelopen tien jaar amper nog tot een afname van de milieudruk geleid – Planbureau voor de Leefomgeving

Dunne conclusies

Als je bekijkt waarop de berichtgeving is gebaseerd kom ik uit op pagina 14 van het rapport ‘Alles van waarde, Circulariteit door sectoren heen’ (.pdf). Een rapport van ‘ABN AMRO Insights’ over de kansen en mogelijkheden van verdere circulaire samenwerking in de agrarische sector. Het begeleidende bericht op de website van ABN is al even ronkend van toon:

De Nederlandse agrarische sector heeft de laagste ecologische voetafdruk ter wereld. Zo maakt de agrarische productie in Nederland al jaren gebruik van rest- en afvalstromen en wordt de CO2-uitstoot sterk verlaagd door de inzet van biomassa. Ons land scoort daarnaast internationaal hoog met het tegengaan van voedselverspilling. De sector loopt hierbij voorop met de inzet van de laatste technologie op het gebied van Smart Farming, zoals sensoren, data-analyse of het gebruik van akkerkaarten via drones of satellietbeelden. Als bedrijven binnen én buiten de sector gaan samenwerken, kan dit bovendien een extra impuls geven aan het sluiten van kringlopen in andere sectoren. Dat concludeert ABN AMRO in de vandaag verschenen publicatie ‘Agrarisch: circulair van huis uit’.

Daarmee is de inleiding op de website bijna even lang als de tekst uit de publicatie van de ABN; waaruit de ABN dan weer deze mooie conclusies trekt. De letterlijke tekst van het pagina 14 is:

Laagste milieu-impact wereldwijd

Nederland is efficiënt én productief. Onze producten hebben wereldwijd de laagste milieu-impact, zowel per kilo
product als per voedingswaarde. Daarbij is het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in 2015 gedaald tot minder
dan de helft vergeleken met het niveau van de jaren tachtig. Tegelijkertijd nam de impact van dit soort middelen op de
natuur fors af, terwijl de productie per hectare steeg.

Om plagen te bestrijden, zet de akker- en tuinbouw steeds vaker natuurlijke vijanden en biologische middelen in.
Bovendien is het antibioticagebruik in de dierhouderij tussen 2009 en 2016 met 64,4% gedaald. Ook antibiotica met
resistentierisico’s worden veel minder gebruikt. Resultaat: de resistentieniveaus in de veehouderij zijn substantieel
gedaald. Een prestatie waar Nederland internationaal veel waardering voor krijgt.

Verdere onderbouwing ontbreekt geheel en het is alles wat er wordt gezegd over de milieu-impact van de landbouw. Bronvermelding ontbreekt.

Eenzijdig beeld

Dat de agrarische sector daar vrolijk van wordt wil ik graag geloven. Maar ik vrees dat er meer over de landbouw te zeggen valt. Laat ik voorop stellen dat het ‘door de bank genomen’ wel een juiste analyse is van de landbouwsector in Nederland. Afgezet naar het buitenland gaat het hier behoorlijk goed, boeken onze boeren mooie resultaten en doen ze dat op tamelijk verantwoorde wijze. Maar dat is slechts één deel van het verhaal.

Want dat we hoog efficiënt zijn in onze productie kent ook een keerzijde. Het Planbureau voor de Leefomgeving zegt daar in haar ‘Balans voor de Leefomgeving 2016‘ het volgende over:

De Nederlandse landbouwsector is per eenheid product milieu-efficiënt, maar loopt door de omvang van de landbouwproductie tegen milieugrenzen aan. Een verdere verbetering van de milieu-efficiëntie vraagt om nieuwe aanpassingen die vaak kostprijsverhogend zijn. Dit is voor landbouwbedrijven lastig op te brengen vanwege de concurrentiepositie op de internationale markt en de lage wereldprijzen.

De inzet op een verbetering van de milieu-efficiëntie heeft in de afgelopen tien jaar amper nog tot een afname van de milieudruk geleid, maar wel bijgedragen aan schaalvergroting; de inkomens van boeren zijn vrijwel niet toegenomen en de solvabiliteit is veelal afgenomen. Overigens zijn de verschillen zowel tussen als binnen bedrijfstypen groot. Dat neemt niet weg dat de economische kwetsbaarheid van veel Nederlandse landbouwbedrijven – de akkerbouw uitgezonderd – is toegenomen.

De nadruk ligt bij de ABN AMRO-conclusies vooral op de milieu-efficiëntie. De gevolgen voor de natuur in ons land worden vrijwel achterwege gelaten. Als ik alleen al kijk naar de stand van de boerenlandvogels zie je een daling van 30% sinds 1990 [1]Bron: Trend van boerenlandvogels, 1960-2015, Compendium voor de Leefomgeving.

Ook nemen de doelsoorten van het Nederlands natuurbeleid in de landbouwgebieden nog altijd af [2] Bron: Ontwikkeling soorten in natuurgebieden en agrarisch gebied 1975 – 2005, Compendium voor de Leefomgeving. Om maar te zwijgen over de stikstofproductie door de landbouw en de schadelijke effecten daarvan op de natuur.

Leuk voor de landbouw

Alles bij elkaar is het voor nu even leuk voor de landbouw. Maar is de basis van de vreugde wel erg dun om er niet snel doorheen te zullen zakken. Dat onze landbouw ecologisch wereldkampioen is, is ronduit een bizarre uitspraak te noemen als je kijkt naar de gevolgen op de natuur en biodiversiteit. Maar ik zal daarmee vast weer behoren tot de ‘notoire azijnzeikers’ (zoals het commentaar in Landbouw vakblad De Boerderij criticasters van de landbouw afschildert).

Het Platteland dat zorgt voor voedsel uit de landbouw, zorgt voor ontspanning in de natuur, voor landschappen om te recreëren en te sporten. Dat platteland verdient meer aandacht en waarderingen.

Natuurbeschermers en boeren zijn bondgenoten. Boeren willen een goed en gezond product telen waarvoor ze een redelijke prijs krijgen. Ons gezamenlijke landschap hun productiegrond en daarmee onze gezamenlijke verantwoordelijkheid én gedeeld belang!

Paul Vermast was van augustus 2003 tot september 2022 (burger)raadslid  voor GroenLinks in de gemeenteraad van Dronten.

Daarnaast was hij fractievoorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de gemeenteraad.

Bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer in 2017 stond hij voor GroenLinks op plaats 38.

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.