De afgelopen dagen gedurende de affaire Duyvendak voelde ik me behoorlijk ongemakkelijk met de morele en resolute veroordeling van wetsovertredingen door de partijtop van GroenLinks zoals Femke Halsema, bestuursvoorzitter Henk Nijhof en Wijnand Duyvendak. Iedere overtreding van de wet was moreel verwerpelijk en op geen enkele wijze goed te praten.
Als oud-Greenpeace actievoerder en campagnemedewerker kwam ik daardoor wel een beetje in problemen. Want bij een actie overtreed je bijna onvermijdelijk de wet. Immers het bezetten van een hijskraan is ook inbraak en dus overtreding van de wet. Ik heb het voorbeeld al vaker genoemd.
Maar vandaag heeft Femke op haar weblog dat harde standpunt tot mijn geluk van wat nuance voorzien:
Ik ben me ervan bewust dat mijn oordelen over illegale, buitenparlementaire acties de afgelopen anderhalve week hard waren. […] Ik realiseer me natuurlijk ook dat er situaties kunnen ontstaan waarbij burgers zo in gewetensnood zijn dat zij geen andere mogelijkheid meer zien dan ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’. […]
Hoogleraar Kees Schuyt ontwikkelde al in de jaren zeventig een aantal criteria voor burgerlijke ongehoorzaamheid: ‘acties moeten gewetensvol zijn, geweldloos, er moet een samenhang bestaan tussen de actievorm en de doelstelling, de actievoerders moeten weloverwogen en openlijk te werk gaan, bereid zijn zich aan arrestatie en bestraffing bloot te stellen, legale middelen moeten zijn uitgeput, de rechten van anderen moeten in acht worden genomen’.
Vooral de eis dat je, als de wet is overtreden, bereid bent om je bloot te stellen aan arrestatie en vervolging is, volgens mij van groot belang. Dat betekent dat je weliswaar de wet overtreedt, maar dat je de procedures en de begrenzing van de democratische rechtsstaat erkent en aanvaardt. Dan ben je namelijk bereid je aan de straf te onderwerpen die bij wetsovertreding hoort en plaats je jezelf niet buiten of boven de wet.
Er is bij burgerlijke ongehoorzaamheid, tot slot, een groot verschil tussen burgers en politici, zeker als deze medewetgever zijn. Burgers kunnen, in uiterste omstandigheden, zelf het besluit nemen om ‘ongehoorzaam’ te zijn en de wet te overtreden. Ik kan en wil dat als parlementarier – die wetten mag maken – niet, en ik kan het ook van mijn collega’s accepteren noch goedpraten.
Nogal een lang citaat, maar noodzakelijk om het in de context te houden. De criteria die Femke aan haalt van Hoogleeraar Schuyt vind ik weer erg logisch. Dat komt overeen bij de zaken zoals ik ze tegenover mijn geweten verantwoord. Ook de bereidheid je bloot te stellen aan arrestatie (ik heb reeds ‘bekend’ dat ik wel eens ben opgepakt). Natuurlijk onderschrijf ik ook het verschil tussen burgers en politici. Dus tegenwoordig ben ik altijd heel braaf 😉
0 reacties