De Dijkgraaf is integer, maar heeft de schijn tegen

dinsdag 6 september 201111 reacties

Henk Tiesinga

Gisteravond is het onderzoeksrapport naar de integriteit van Dijkgraaf Henk Tiesinga openbaar geworden. De dijkgraaf kwam afgelopen zomer in opspraak nadat commotie ontstond over zijn nevenfunctie als voorzitter van de Koepel windenergie Noordoostpolder. Omdat deze koepel een windpark wil realiseren waarvoor vergunningen nodig zijn van het waterschap lijkt er een tegengesteld belang te zijn ontstaan.

In opdracht van de Algemene Vergadering van het Waterschap Zuiderzeeland heeft WagenaarHoes een onderzoek verricht naar de vermeende belangenverstrengeling van de dijkgraaf en pleit hem op alle punten vrij: “Wij hebben geen aanwijzingen gevonden van niet-integer handelen door de dijkgraaf in relatie tot het windpark Noordoostpolder. Van belangenverstrengeling is geen sprake geweest.”

Wel stelt het rapport (de samenvatting -pdf) dat: “de deelname van de heer Tiesinga aan de stuurgroep en de overleggen bij EZ in de publieke beeldvorming bijgedragen aan de schijn van belangenverstrengeling.”

De Algemene Vergadering heeft haar steun aan de dijkgraaf uitgesproken en daarmee is de kous in politieke zin af lijkt me. Toch blijft er wel iets knagen.

Als bestuurder in het Openbaar Bestuur en als politicus moet je jezelf nog nadrukkelijker bewust zijn van je integriteit en de mogelijke schijn van belangenverstrengeling. Zelfs als vaststaat dat er niets aan de hand was (zoals het rapport van WagenaarHoes nu stelt bij de dijkgraaf) zal er altijd ‘iets’ blijven hangen. Veel mensen zullen toch denken ‘waar rook is, is vuur’ hoewel daar geen aanleiding voor hoeft te zijn. Dat is schadelijk. In de eerste plaats voor de betrokken personen, in de tweede plaats voor de organisatie die hij/zij vertegenwoordigd en in algemenere zin is het schadelijk voor het vertrouwen in de overheid en politiek bestuur.

Dat een organisatie na het uitkomen van een rapport dat de betrokkene vrijpleit snel wil overgaan tot de orde van de dag (‘niets aan de hand’) kan ik me voorstellen. Maar de vraag of dit verstandig is uit oogpunt van ‘het vertrouwen in de overheid’ kan hierbij wel worden gesteld.

Zelf ben ik van mening dat je als politiek ambtsdrager, ook als er feitelijk niets aan de hand is, diep door het stof moet als je integriteit in opspraak is geraakt. Want er is altijd een oorzaak die aanleiding geeft tot de ophef en die had je moeten (proberen te) vermijden. Of je daarna nog geloofwaardig bent moet van geval tot geval bekeken worden. Maar ik vrees dat het maatschappelijk gevoel van vertrouwen meestal geschaad is en dat dit het functioneren en bovenal de geloofwaardigheid niet ten goede komt.

Laat ik mijn oud-partijleider Femke Halsema tijdens een spoeddebat afgelopen november over de integriteit van Kamerleden citeren: “Ik blijf bij de opvatting dat Kamerleden in opspraak kunnen raken en dat daarmee een serieus probleem voor de geloofwaardigheid van de politiek ontstaat. Dat probleem is er niet pas nadat de rechter een oordeel heeft uitgesproken.”

Naar mijn opvatting geldt dit niet alleen voor Kamerleden, maar voor alle publiek-politieke ambtsdragers.

Functioneren in het openbaar bestuur en politieke gremia maken dat je handelen extra onder een vergrootglas ligt van de maatschappij. Dat is ook goed, maar vraagt dat je vrijwel doorlopend je eigen handelen blijft toetsen op integriteit. Dit maakt het leven er niet makkelijker op, dat ervaar ikzelf dagelijks bij het toetsen van mijn eigen handelen. Toch denk ik wel dat het noodzakelijk is.

11 Reacties

  1. ROBERT

    Eens. Ben nu wel benieuwd naar je mening over partijgenoot Mariko.

  2. Paul Vermast

    Het zou laf zijn om op deze voor de hand liggende vraag te duiken. Toch vraagt het een kleine toelichting:

    Uit het bovenstaande mag duidelijk worden hoe ik sta in kwesties van integriteit en hoe ik mijn eigen handelen daaraan probeer te toetsen. Daaraan heb ik niet zo veel toe te voegen.

    Wat betreft de berichtgeving tot het GroenLinks Tweede Kamerlid Mariko Peters heb ik daar, uit oogpunt van mijn eigen integriteit, geen publieke opvatting over. Dat kan misschien als flauw worden ervaren, maar soms vraagt de integriteit dat je jezelf terughoudend opstelt. Dat is in dit geval op mij van toepassing.

    Paul

  3. Huib

    Beste Paul,

    Ik kan je volgen als het gaat om je standpunt over integriteit van bestuurders in welk gremium dan ook, maar dat je vervolgens als het om een partijgenoot gaat, die door haar handelen ook alle schijn van belangverstrengeling heeft, je het dan vervolgens afdoet door te zeggen dat je er geen publieke opvatting over hebt is niet alleen flauw, maar verwacht je niet van een politicus. Natuurlijk heb je daar wel een mening over en het zou je sieren als je die ook publiekelijk uitdraagt.

  4. Paul Vermast

    Dag Huib,

    Laat ik mijzelf herhalen: Wat betreft de berichtgeving […] heb ik daar, uit oogpunt van mijn eigen integriteit, geen publieke opvatting over.

    Dat wil niet zeggen dat ik er geen opvatting over heb, maar dat ik er niets over zeg.

    Juist als politicus (dat betoog ik in het hele stuk hierboven) moet je extra scherp zijn op je eigen handelen en het vermijden van schijn van belangenverstrengeling en het waken over je integriteit. Dat is de reden dat ik nu mijn mond hou. Hoop dat je dit wilt respecteren.

    Paul

  5. ROBERT

    Paul, door je antwoord blijft er bij mij nu iets knagen….

  6. Paul Vermast

    sja… soms is een antwoord niet het antwoord dat je wilt horen.
    Kan er niets anders van maken.

    Paul

  7. Huib

    Ik respecteer ieders mening, maar als je zelf commentaar geeft op een ander en vervolgens zwijgt als het om een partijgenoot gaat, blijft er ook mij mij toch ook ´iets knagen´. Je partijgenoot en wethouder in Amsterdam, Andree van Es, is tenminste duidelijker, die zegt: ´dit was een lelijke uitglijder´.

  8. Paul Vermast

    Als laatste: het gaat er niet om dat het een partijgenoot is, maar dat mijn positie, mijn integriteit, vraagt dat ik daarover terughoudend ben. Mijn opvatting in algemene zin staat hierboven en trek daar maar je eigen conclusies uit.

    In eerdere kwesties die mijn partij troffen ben ik altijd helder geweest. Van Wijnand Duyvendak en Sam Pormes heb ik afstand genomen toen hun integriteit in het geding raakte. Het gaat dus niet om het GroenLinks belang, maar dat van mij en ik ben niet bereid om daar op dit punt een concessie aan te doen.

    C’est Ça

  9. Robert

    Ik snap werkelijk niet dat je wel helder kan zijn over Duyvendak en niet over Peters. Moet ik het verschil dan zoeken in de persoonlijke-prive sfeer ? Dan zou ik het beter begrijpen. Aan de andere kant snap ik niet dat je een stukje schrijft over de Dijkgraaf terwijl je mijn voor de hand liggende vraag verwachtte.

  10. Paul Vermast

    Dag Robert,

    Zo gek is dat niet. Natuurlijk liggen mijn belangen in de persoonlijke sfeer en dus wil elke schijn dat ik iets vind of zeg vanuit een bepaald belang vermijden. Derhalve geef ik geen opvatting.

    Dat ik iets schrijf over de dijkgraaf is niet onlogisch. Door wat er in Den Haag gebeurd ben ik niet monddood. Daarbij heb ik al eerder over deze kwestie geschreven op 4 augustus, toen vond niemand dat gek en ik ben inhoudelijk niet van standpunt veranderd. Dus niets nieuws onder de zon en geen enkele aanleiding voor mij om hierover geen opvatting te hebben. Integriteit is een onderwerp dat me bezig houdt en waar ik regelmatig over schrijf.

    Dus ik voel alle vrijheid om iets over dit onderwerp te zeggen en te vinden. Zeker in Flevolandse kwesties.

    Paul

  11. Frank Pels

    Dijkgraaf Henk Tiesinga is slachtoffer van bekende laffe PVV- tactiek Zie mijn blog

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Paul Vermast was van augustus 2003 tot september 2022 (burger)raadslid  voor GroenLinks in de gemeenteraad van Dronten. Daarnaast was hij fractievoorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de gemeenteraad. Bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer in 2017 stond hij voor GroenLinks op plaats 38.