Vooraf: Tsja.. en dan komt er eens het moment dat je gewoon moet erkennen dat je er naast zit. Daarmee wil ik onderstaand stuk niet verwijderen, want ook dat was mijn waarheid op dat moment. Maar Hillebrand corrigeert me hier zo terecht dat ik niet anders dan dan hem gelijk geven! Â
Misschien was het wel naief; ik weet het niet. Maar na de brief van Buro Vijn gistren had ik voor mijzelf wel de conclusie getrokken dat de wethouder flik slaag had gekregen; zo niet zelfs een genadeslag. Want gekker zou het toch niet kunnen worden…
Ja en dan ben je een dagje verder en komt er een e-mail van de heer Tuin, de directeur van Countus. Nu zijn deze e-mails leuk proza voor een lid van de oppositie:
Uit het collegevoorstel en uit de beantwoording op de door de commissieleden gestelde kritische vragen blijkt dat het voor het college in ieder geval niet (meer) gaat om een belangenafweging ex artikel 9 Wegenwet, maar om de vraag hoe het vege lijf gered kan worden ten opzichte van de bestuurlijke dwaling die zij heeft ingezet.
Ik wilde dat ik het zo mooi en zo dodelijk opschrijven kon!
Om een lang verhaal kort te maken; de heer Tuin heeft goed op zitten letten vorige week donderdag en nieuwe dingen gehoord. Dat hebben de Countus juristen een op een rijtje gezet en men kwam tot de volgende conclusie:
In samenhang met de door het college opgevoerde “opschortende voorwaarde†in de privaatrechtelijke overeenkomsten hebben wij bezien hoe dat zich verhoudt tot de procedure van de Wegenwet zelf.
Dat bracht ons tot de conclusie dat er op dit moment in feite geen procedure meer loopt!
Dit, omdat artikel 11 van de Wegenwet bepaalt, dat de raad binnen zestig dagen na een verzoek tot toepassing van artikel 9 van de Wegenwet (onttrekking) dient te besluiten. De raad kan die termijn met ten hoogste zestig dagen verlengen.
Van het voornemen om toepassing te geven aan artikel 9 Wegenwet heeft het college op 17 maart 2006 kennis gegeven. Het verzoek dateert dus van voor die datum.
Omdat binnen de in de Wegenwet genoemde termijn geen besluit is genomen door de gemeenteraad en ook niet tot verlenging van de termijn is besloten, impliceert dat volgens jurisprudentie op dit punt, dat er sprake is van een weigering om aan het verzoek te voldoen.
De gemeenteraad heeft dus aanstaande donderdag (1 november 2007) – binnen de lopende procedure – geen mogelijkheid (meer) om tot een besluit op het verzoek tot onttrekking te komen.
Dus eigenlijk (en ik vrees heel erg dat de bevolking hierin alleen maar een bevestiging ziet) hebben we ons de laatste dagen dus met ONZIN bezig zitten houden. Omdat het college zo lang heeft gewacht is er dus geen openstellingsprocedure meer mogelijk.
Natuurlijk zal ook hierover wel eindeloze juridische haarkloverij op de vierkante millimeter gaan plaatsvinden. Maar mijn conclusie van gisteren wordt alleen maar versterkt: “de wethouder heeft een probleem“.
Helaas beschikt dhr. Tuin over een oude versie van het wetboek van Schuurmans & Jordens en is het artikel dat hij aanhaaldt inmiddels gewijzigd.
Zoals elk (burger-)raadslid binnen enkele seconden kan verifieren door in google wegenwet in te typen en dan terecht te komen op:
http://wetten.overheid.nl/cgi-bin/sessioned/browsercheck/continuation=21915-002/session=052402816299936/action=javascript-result/javascript=yes
há… juist…
Dit is 1-0 voor het College zullen we maar zeggen.
Oprechte dank voor deze terrecht correctie (wethouder) Hillebrand (Koning)!