
Vandaag, op de kop af 30 jaar geleden, stond ik voor het eerst achter een standje van Greenpeace. De eerste zichtbare stap van een leven waarin ik op kom voor dat wat zichzelf niet verdedigen kan.
Toen, 30 jaar gelden, ging het over een wereld natuurpark Antarctica (gelukt). Over het doen stoppen van de Noren met de walvisjacht (gelukt). Het uitbannen van cfk’s in spuitbussen en koelkasten (gelukt) of het aandacht vragen voor het broeikaseffect.
Dat laatste noemen we nu klimaatverandering en het thema is in die jaren ieder jaar urgenter geworden. Ook nu probeer ik als raadslid te knokken voor wat kwetsbaar is. Voor natuur, milieu en klimaat. Voor mensen die tussen wal en schip terecht komen en door de overheid vermalen worden in bureaucratie. Of voor de goed functionerende democratische rechtsstaat die ondermijning aanpakt, maar ook juist vanuit een sociale aanpak probeert te voorkomen. Een overheid die als schild is voor de zwakkeren en zich dagelijks inzet voor het welzijn van de inwoners.
Daarvoor kom ik iedere dag mijn bed uit. In vrijheid. Daarom is deze foto op het bevrijdingsfestival 1992 mij bijzonder dierbaar. Want in een vrij land kun je een stem geven aan de vrijheid die onze wereld, samenleving en rechtstaat zelf niet verwoorden kunnen.
0 reacties